Zorgkosten terugkrijgen met belastingaangifte 2019

Je kunt weer gaan worstelen met je belastingaangifte. Vóór 1 mei moet de aangifte bij de Belastingdienst binnen zijn. Misschien heb je wel recht op een teruggave omdat je in 2019 hoge zorgkosten hebt gemaakt. Welke zorgkosten kun je aftrekken en welke juist niet?

Ook al heb je een zorgverzekering dan nog worden sommige medische kosten niet vergoed. Deze kosten kun je mogelijk wel terugvragen in de aangifte inkomstenbelasting. De Belastingdienst maakt een onderverdeling in wel en niet aftrekbare kosten. Veel kosten mag je niet aftrekken, zoals kosten waarvoor je al een vergoeding krijgt. Andere kosten mag je maar voor een deel aftrekken of alleen onder bepaalde voorwaarden. 

Welke zorgkosten krijg je niet terug?

De Belastingdienst wijst de aangifte van de volgende kosten af: 

• Premies voor de ziektekosten of zorgverzekering, zowel basis- als aanvullende premies
• Wettelijke eigen bijdrage van bijvoorbeeld CAK of medicijnen
• Eigen bijdrage Zorgverzekeringswet
• Wettelijk verplicht eigen risico
• Vrijwillig eigen risico
• Kosten van sommige hulpmiddelen: rollator, looprek en loophulp, krukken, gipssteun, scootmobiel en rolstoel

Zorgkosten die je kunt aftrekken

Deze kosten kun je wel aftrekken: 

• Verpleging in een ziekenhuis of een andere instelling
• De kosten voor het inschakelen van een specialist, zoals een fysiotherapeut en een tandarts
• Behandeling door een paramedicus zoals een optometrist of een tandprotheticus (met doorverwijzing van een specialist)
• Voorgeschreven medicijnen (ook homeopathisch), voor zover niet verzekerd in de zorgverzekering 
• Bepaalde hulpmiddelen zoals steunzolen en protheses 
• Vervoerskosten in verband met bijvoorbeeld een medische behandeling
• Reiskosten ziekenbezoek partner (vast bedrag)
• Extra gezinshulp door een ziekte of invaliditeit (vast bedrag)
• Dieet op voorschrift van een arts of een diëtist (vast bedrag)

Daarnaast zijn er nog zorgkosten die onder speciale voorwaarden aftrekbaar zijn:

• IVF-behandeling tot 43 jaar
• Gehoorapparaat (er volgt deels een vergoeding uit de zorgverzekering)
• Behandeling door een paramedicus (zonder doorverwijzing door een specialist)

Minimumbedrag voor aftrekbare zorgkosten

Je kunt pas aangifte doen van zorgkosten als deze boven een bepaald bedrag uitkomen. Bij een bruto jaarinkomen tot € 7739 is dat boven de € 133. Bij een hoger inkomen is het minimumbedrag van de zorgkosten 1,65% van het inkomen. Een rekenvoorbeeld:

In 2019 had je een bruto-inkomen van € 30.000. Het minimumbedrag van de aftrekbare zorgkosten is dan:
€ 30.000 x 1,65% = € 495. Je moet in dit geval minimaal € 495 aan aftrekbare zorgkosten hebben om er iets mee te kunnen in de belastingaangifte. Met € 400 aan kosten heb je dus geen belastingvoordeel.

Met name tandartskosten kunnen hoog oplopen. Een kroon of wortelkanaalbehandeling kan al snel richting 500 euro gaan. Door aangifte te doen krijg je een deel van deze kosten terug. 

Vul de zorgkosten zélf in bij de belastingaangifte

De Belastingdienst probeert de aangifte zo eenvoudig mogelijk te houden. Daarom werken ze met een vooraf ingevulde aangifte. Zaken als je inkomen, hypotheekschulden en de hoogte van jouw vermogen zijn al ingevuld. De aftrekbare zorgkosten nog niet, omdat de Belastingdienst dat gewoon niet weet. Je kunt de kosten invullen bij de vraag over specifieke zorgkosten. Je hoeft geen bewijsstukken mee te sturen, maar deze kan de Belastingdienst wel opvragen.

Het is altijd fijn om geld terug te krijgen van de belastingdienst. Dubbel voordeel haal je wanneer je op Poliswijzer.nl de best passende zorgverzekering voor 2021 kiest.